Bij beide teams gespeeld

Niet voor beiden

Niemand neemt zich als kind voor om in de toekomst voor twee clubs te spelen die een hekel aan elkaar hebben. Wie in Manchester geboren wordt, is voor United of City. Wie uit Glasgow komt, kiest voor Celtic of Rangers. En zo geldt dat ook in Spanje. Je kunt niet juichen voor zowel Real Madrid als Barcelona: je kiest het één of het ander.

Onverwachte stappen

Een voetballoopbaan kan echter raar verlopen. Om allerlei redenen komen spelers op plekken waar je ze nooit zou hebben verwacht. En er zijn er nogal wat die het zelf kunnen bevestigen met hun verleden bij zowel Real Madrid als Barcelona. In totaal zijn het er 32, van wie er een paar een speciaal verhaal hebben.

Luís Figo

Eén van de beruchtste spelers die voor beide clubs uitkwam is natuurlijk Luís Figo. Zijn rechtstreekse transfer van Barcelona naar Real Madrid voelde voor veel Catalanen als een mes in de rug. Zij vergaven het de Portugees ook nooit dat hij in de zomer van 2000 overstapte naar de aartsvijand en zijn schepen achter zich verbrandde. Hij kreeg later zelfs een varkenskop naar zich toe gegooid tijdens een wedstrijd in Camp Nou.

In-depth: Luís Figo

Michael Laudrup

Michael Laudrup speelde eveneens in de kleuren van Barcelona en die van Real Madrid. De Deense technicus kwam binnen onder Johan Cruijff en won met zijn club alle grote prijzen. In 1994 kreeg hij echter ruzie met zijn Nederlandse trainer. Niet lang daarna ging hij in op de avances van Real Madrid. “Niet om Cruijff terug te pakken: dat is onzin. Real Madrid had het moeilijk en wilde weer succesvol zijn. Daarom ging ik”, zei hij later.

Luis Milla

Luis Milla is een naam die niet zo snel een belletje doet rinkelen. Toch behoort ook hij tot de groep van 32 spelers die beide clubs op hun cv hebben staan. Milla was een vaste waarde op het middenveld in Catalonië, maar kreeg onenigheid over zijn contract. Dat leidde er uiteindelijk toe dat hij in 1990 de rechtstreekse overstap maakte van Barcelona naar Real Madrid. Daar zou hij uiteindelijk nog zeven seizoenen blijven.

Gheorghe Hagi

Gheorghe Hagi is één van de weinige voetballers die het andersom deed. De Roemeense ster verdiende zijn brood begin jaren negentig in het Santiago Bernabéu en nam daarna de wijk naar Italië, waar hij aan de slag ging bij Brescia. Na twee seizoenen besloot hij terug te gaan naar Spanje, mede dankzij een spetterend toernooi met Roemenië op het WK 1994. Barcelona genoot nog twee jaar van de alleskunner.

Luis Enrique

Een andere memorabele naam is natuurlijk die van Luis Enrique. Vijf jaar lang speelde hij voor het publiek in Madrid: daarbij sleepte hij de landstitel en de Spaanse beker in de wacht. Nadat zijn contract in 1996 afliep deed Barcelona hem een aanbod en dat pakte Luis Enrique aan. De fans in Camp Nou waren eerst niet zo enthousiast, maar draaiden al gauw bij toen ze zagen wat een waardevolle toevoeging Luis Enrique was.

Hij werd uiteindelijk zelfs aanvoerder en zou Barcelona later als trainer grote successen brengen. Tussen 2014 en 2017 vulde de voormalig middenvelder de prijzenkast in Catalonië aan met onder meer twee landstitels, drie Spaanse bekers, een Champions League en een wereldbeker. Daarna stopte hij, omdat de baan hem volledig uitputte.

Samuel Eto’o

En laten we vooral Samuel Eto’o niet vergeten. De spits uit Kameroen kwam als zestienjarig toptalent binnen in Madrid, maar werd drie keer verhuurd en stapte uiteindelijk over naar Real Mallorca. Daar deed hij het zo goed, dat Barcelona hem voor 24 miljoen euro ophaalde. Real Madrid probeerde de deal nog te voorkomen door de terugkoopclausule aan te spreken, maar liet het er uiteindelijk bij zitten.

Eto’o groeide in de jaren na zijn transfer uit tot een kanon in de aanvalslinie van Barcelona. In 199 wedstrijden maakte hij 130 goals. Na zijn eerste titel in Camp Nou kwam hij in opspraak toen hij ‘Madrid, klootzakken, salueer voor de kampioen’ riep. Later bood hij daar zijn excuses voor aan. Met Frank Rijkaard en later Josep Guardiola als trainer won hij drie Spaanse landstitels en twee Champions Leagues.